Ask a question or
Order this book


Browse our books
Search our books
Book dealer info



Title: De oorsprong van het 'eigene'. Nederlands vroegste verleden, archeologie en nationaal-socialisme.
Description: Boom, Amsterdam, 2003. 438,(16)p. ills.(B&W photographs and line drawings). Paperback. Trade edition doctoral thesis Universiteit van Amsterdam. Smoker's smell. ?In tegenstelling to historici, die zich al sinds mensenheugenis met de grondslagen van hun vak bezighouden, hebben Nederlandse archeologen nog maar weinig aan reflectie op het eigen vakgebied gedaan. (?) ?De oorsprong van het ?eigene? laat zich lezen als een geschiedenis van de wijze waarop in Nederland professionele archeologen vanaf het eind van de negentiende tot halverwege de twintigste eeuw hun vak uitgeoefend hebben. Om die reden begint het boek dan ook met een in 1896 door A.E.J. Holwerda in Leiden uitgesproken rede die de opmaat was van een reveil van de archeologiebeoefening. (?) Later groeide diens zoon J.H. Holwerda uit tot een van de belangrijkste spinnen in het archeologische web. Holwerda was gevormd in een klassiek-humanistische kennistraditie: voor hem begon en eindigde alles met de klassieke Oudheid. Ook het in Nederland gevonden archeologisch materiaal werd vanuit dat perspectief bestudeerd. (?) De grote tegenstrever van Holwerda jr. was de Groningse domineeszoon A.E. van Giffen (?). Van Giffen, gepromoveerd in de plant- en dierkunde, was empirisch ingesteld. Als bioloog had hij geleerd op zoek te gaan naar feiten en als archeoloog deed hij niet anders. Zijn methode laat zich samenvatten als een systematische classificatie van direct waarneembare archeologische verschijnselen. (?) Holwerda en Van Giffen [waren] in de meest letterlijke zin elkaars rivalen. Omdat zij hun vijandschap ook op hun leerlingen overdroegen, was er tot het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog sprake van een Leidse en een Groningse School. Deze rivaliteit had, zo maakt Eickhoff (?) duidelijk, grote gevolgen voor de archeologie. Zeker toen in het interbellum veel pogingen werden ondernomen om de ?volksgeest? in archeologische vondsten te ontdekken. (?) Met hun zoeken naar de etnisch-raciale identiteiten van de vroegste bewoners van ons land (waarbij de hunebedbouwers en de klokbekervolken speciale aandacht kregen), sloten de archeologen zich aan bij een veel bredere publieke en wetenschappelijke belangstelling voor het vraagstuk van etniciteit. (?) Eickhoff maakt op overtuigende wijze aannemelijk dat de opkomst van het nationaal-socialisme in Duitsland - een land waarop Nederlandse archeologen, Van Giffen voorop, van oudsher hun blik gericht hadden en waarmee intensief werd samengewerkt - in dit opzicht geen breuk betekende, maar dat er eerder van continuïteit sprake was. Na 1933 was er in Duitsland een ruimere belangstelling voor de archeologie. Dat deze (mede) een politiek doel diende, stoorde slechts een enkeling. (?) Na de uitvoerige schets van de goede verstandhouding tussen Nederlandse en Duitse archeologen, is het voor de lezer niet verrassend dat er zich met de Duitse bezetting geen fundamentele koerswijziging voordeed. Omdat er vakinhoudelijk weinig redenen waren om niet met de Duitsers samen te werken, stelden de meeste Nederlandse archeologen zich loyaal op. Eickhoff beschrijft (en beoordeelt) hun handel en wandel niet op een obligate wijze. Dus geen etiketten met ?goed? of ?fout?. De Duitse bezetter heeft het de Nederlandse archeologen overigens ook niet overdreven moeilijk gemaakt. (?) Niet onbelangrijk was dat de Duitsers Van Giffen als de beste opgraver van Europa beschouwen. (?) De drang om de ontwikkelingen in de juiste context te plaatsen en zoveel mogelijk nuances aan te brengen, heeft een gedegen boek als eindresultaat. Maar deze drang tot volledigheid heeft ook zijn schaduwkanten. Eickhoff is zoveel belangwekkende zaken op het spoor gekomen dat hij de worsteling met het vraagstuk van de ordening niet helemaal tot een goed einde heeft gebracht. (?) Met een andere opzet had het boek moeiteloos honderd pagina?s dunner kunnen worden zonder dat het verhaal eronder zou hebben geleden. Herhalingen dragen nog een ander risico met zich mee: slordigheidjes.? (COR van der HEIJDEN in Bijdragen en mededelingen betreffende de geschiedenis der Nederlanden, 2004, pp.440-442). From the library of the late archeologist Wout Arentzen.

Keywords: 9789053529355

Price: EUR 12.00 = appr. US$ 13.04 Seller: Scrinium Classical Antiquity
- Book number: 63714