Vijfeijken, I.J.F.A. van
Fictieve erfrechtelijke verkrijging in de Successiewet 1956.
Rug verkleurd. Stempel. Deventer : Kluwer, 2002. Paperback. xiv, 350 pp. (Fiscale monografieën, 100). Mailorder only - Alleen verzending mogelijk. Book condition : . - De fictieve erfrechtelijke verkrijgingen zijn in de Successiewet 1956 geregeld in de artikelen 6 tot en met 17. In deze zogenaamde 'fictiebepalingen' worden verschillende verkrijgingen die niet krachtens erfrecht worden verkregen, maar een dergelijke verkrijging wel nabij komen, krachtens wetsduiding geacht toch krachtens erfrecht te zijn verkregen, waarmee de basis voor heffing van successierecht is gecreëerd. De fictiebepalingen vormen tegenwoordig een weinig samenhangend geheel. Dit is veroorzaakt door de omstandigheid dat de fictieve verkrijgingen niet in één keer als een samenhangend geheel in de Successiewet zijn opgenomen, maar geleidelijk vanaf 1859 zijn ingevoerd. Daarnaast zijn diverse fictiebepalingen in de loop der tijd gewijzigd. De meest bekende afbakeningsproblematiek zien we bij de toepassing van de artikelen 7, 9 en 11 Successiewet, maar ook de werkingssfeer van artikel 10 Successiewet roept nog steeds vragen op. Bovendien is in 1917 het schenkingsrecht in de Successiewet opgenomen waardoor zich eveneens samenloop kan voordoen tussen een fictieve erfrechtelijke verkrijging en een verkrijging krachtens schenking. In dit boek worden de fictieve erfrechtelijke verkrijgingen één voor één behandeld, waarbij tevens wordt stilgestaan bij de afbakeningsproblematiek ten opzichte van andere fictiebepalingen en ten opzichte van het schenkingsrecht. ISBN 9789020025644.

Kloof Booksellers & Scientia Verlag
Professional sellerBook number: #170071
€ 25.00 [Appr.: US$ 26.72 | £UK 21.75 | JP¥ 3760]
Keywords: RECHT, belastingrecht