gevonden: 79 boeken op 6 pagina's. Dit is pagina 5
Vorige pag. - Volgende pag.

9789044645958 Leo Noordegraaf 68842, Gerrit Valk 68843, De gave Gods
Leo Noordegraaf 68842, Gerrit Valk 68843
De gave Gods
Prometheus. Paperback. Pp: 288. Nadat het coronavirus zich ook in ons land snel verspreidde nam de belangstelling toe voor epidemieën die in de geschiedenis hun tol eisten, zoals de pest en de Spaanse griep. Vooral boeken als De pest van Albert Camus, dat zich afspeelt in Algerije, en Boccaccio`s Decamerone, over de Zwarte Dood in Italië, kwamen weer sterk in de belangstelling te staan. Maar hoe zat het met de pest in ons land? Tot aan het eind van de zeventiende eeuw teisterde de pest ons land met grote regelmaat en eiste talloze slachtoffers. De term - Gouden Eeuw` is alleen al om die reden relatief. In jaren dat de pest om zich heen greep, konden steden zomaar tien tot veertig procent van hun inwoners verliezen. Het verdriet, de ontreddering, de angst, de verslagenheid en de maatschappelijke ontwrichting waren onbeschrijflijk, ook omdat men geen notie had van wat de oorzaak was van deze ramp. Iedereen die in de zeventiende eeuw de leeftijd bereikte van 35 jaar maakte de pest zo`n twee tot drie keer mee. De Gave Gods beschrijft de economische stagnatie, slecht functionerende bestuurders en verstoorde sociale verhoudingen, maar ook de medische en godsdienstige ideeën over de aard van de pest en de pogingen tot bestrijding. Leo Noordegraaf (1949) is emeritus hoogleraar in de sociale en economische geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Gerrit Valk (1955) is historicus. Hij publiceerde eerder onder meer de boeken Vechten voor vijand en vaderland. SS`ers in Nederlands-Indië en Korea en AZ is de naam! Geschiedenis van het betaald voetbal in Alkmaar. ISBN: 9789044645958. Cond./Kwaliteit: Goed.
-- De SlegteProfessionele verkoper
Boeknummer: 2395913
€  9.00
Catalogus: Geschiedenis
Trefwoorden: 9789044645958

9789027469212 A. Levy, Ik had je nog zoveel willen vragen.... Hoe verwerken we het verlies van onze ouders?
A. Levy
Ik had je nog zoveel willen vragen.... Hoe verwerken we het verlies van onze ouders?
Het Spectrum, 2000. Paperback. Pp: 192. Een nieuw licht op rouwverwerkingHet lijkt heel gewoon om onze ouders te verliezen als we zelf volwassen zijn. Toch komt hun dood vaak als een verrassing - of we nu een hecht contact met ze hadden of juist niet. Het verlies is vaak moeilijker te verwerken dan verwacht. Ik had je nog zoveel willen vragen. helpt de lezer verdriet toe te laten en de gebeurtenissen te begrijpen en accepteren.Met welke gevoelens krijgen we te maken als we onze ouders verliezen? Hoe gaan we om met het verdriet, wat betekent dat voor onze identiteit? Hoe verandert ons leven erdoor, en wat kunnen we ervan leren?Rouwverwerking bij het verlies van één of beide ouders is een nog sterk onderbelicht onderwerp, waarover veel mensen vragen hebben.Alexander Levy bespreekt al deze vragen uitvoerig aan de hand van zijn eigen verhaal en de ontroerende verhalen van de mensen die hun ervaringen met hem deelden. Ik had je nog zoveel willen vragen. is een gids die u door de verschillende stadia van het rouwproces leidt.Alexander Levy heeft al meer dan twintig jaar een eigen praktijk als psycholoog. Hij woont samen met zijn vrouw op een boerderij in Pennsylvania. ISBN: 9789027469212. Cond./Kwaliteit: Goed.
-- De SlegteProfessionele verkoper
Boeknummer: 343235
€  12.50
Catalogus: Psychologie
Trefwoorden: 9789027469212

 Luc Lambrecht, Leen Huet, Lieze Eneman, Feast of Fools, Bruegel herontdekt / Bruegel Rediscovered, Expo: 7/4/2019 - 28/7/2019, Kasteel Gaasbeek
Luc Lambrecht, Leen Huet, Lieze Eneman
Feast of Fools, Bruegel herontdekt / Bruegel Rediscovered, Expo: 7/4/2019 - 28/7/2019, Kasteel Gaasbeek
Snoeck Publishers, 2019 Hardcover, 260 x 210 mm, 208 pages; ENG/ FR/ NL edition. ISBN 9789461615206.
¶ Pieter Bruegel wordt vaak beschouwd als dé belichaming van de Vlaamse identiteit. Waarom is dat zo, sinds de revival van zijn werk rond 1900? Hoe komt het dat hij uitgroeide tot een icoon, een onuitputtelijke bron van inspiratie én een huizenhoog cliché? In de expo Feast of Fools. Bruegel herontdekt, van 7 april tot 28 juli 2019, maakt de bezoeker kennis met een reeks sleutelwerken van Vlaamse en internationale kunstenaars die 'iets met Bruegel hebben'. Ze knopen aan bij zijn thema's, herinterpreteren die, citeren hem. en tonen zo aan dat zijn werk niets aan relevantie heeft ingeboet. De tentoonstelling vertrekt vanuit 'het grote misverstand', toen Bruegel in de nadagen van de romantiek geproclameerd werd tot een diep in de Vlaamse klei gewortelde picturale bard van boerenpsalmen, krakende sneeuwlandschappen en eeuwig ruisende korenvelden. Hij peilt naar de manier waarop Vlaamse en bij uitbreiding Belgische kunstenaars tijdens het interbellum omgingen met zijn artistiek legaat, en hoe daarbij zowel neo-Bruegelbeelden als pastiche-overschrijdend, interessant nieuw werk ontstonden. Hierbij aansluitend trekt de expo verschillende hedendaagse registers open, met kunst, performance en muziek. Aan een tiental kunstenaars wordt gevraagd om in te spelen op thema's uit Bruegels oeuvre, of op de interpretatie daarvan door de generatie van de herontdekkers. Deze creaties worden gekoppeld aan binnen de context relevant bestaand werk van grote namen zoals Hans Op de Beeck, Marcel Broodthaers, The Chapman Brothers, Jeff Wall, Werner Tübke. Zes thema's vormen de rode draad. 1. Back to the Roots. In het werk van Pieter Bruegel komen nogal wat schilderijen voor die scènes uit het boerenleven voorstellen. Dit is ongetwijfeld het meest bekende aspect van zijn oeuvre, dat helaas vaak tot pure folklore en 'koekjesdozenromantiek' werd gereduceerd. 2. In God We Trust (do we?). In de zestiende eeuw was het christendom alomtegenwoordig. Bruegel en zijn tijdgenoten groeiden ermee op en kenden de belangrijkste bijbelse verhalen. Deze komen dan ook veelvuldig voor in het oeuvre van Bruegel. 3. Everybody Hurts. In zijn tijd was Bruegel een buitenbeentje. Hij schilderde het gewone leven, soms subtiel, soms rauw, zonder franje en vaak karikaturaal. 'Foolishness' krijgt bij Bruegel verschillende betekenissen: mengvormen tussen mens en dier, narren en zotskappen, dronkenlappen, blinden en misvormden.. maar ook het kleinmenselijke, het menselijke falen of domheid tout court. Het portretteren van figuren die leven aan de rand van de maatschappij en de specifieke interesse in deze marginaliteit is ook sterk aanwezig bij tal van moderne en hedendaagse kunstenaars. 4. We Are at War. Geweld, oorlog en dood komen vaak voor in het werk van Bruegel. Zijn tijd werd gedomineerd door geweld en (pest)epidemieën, het was ook de eeuw van de strijd tussen katholieken en protestanten. Volgens sommige kunsthistorici worden de werken van Bruegel op het einde van zijn leven grimmiger en cynischer. 5. Fifty Shades of White. De landschapsschilderkunst werd pas in Bruegels tijd als een echte kunstdiscipline aanzien. De tentoonstelling kan dan ook niet nalaten om dit thema te presenteren op een plek waar je het zestiende-eeuwse landschap nog redelijk intact kan zien. Sneeuwlandschappen, met het geraffineerde spelen met verschillende tinten wit, maar ook de emotionele witheid (leegte, eindeloosheid, melancholie, eenzaamheid, stilte) staan hier centraal. 6. Keep Calm and Feast on. In enkele werken van Bruegel wordt gefeest. Het is vreemd dat net dit aspect van het oeuvre (dat men later 'Bruegeliaans' is gaan noemen) een eigen leven ging leiden. In de totaliteit van zijn werk is het aantal feestscènes niet alleen beperkt, zij stralen bovendien weinig feestvreugde uit. Nieuw werk van Rimini Protokoll en Anne Teresa de Keersmaeker betrekt ook de museumtuin en het kasteelpark bij dit project, dat hierdoor richting 'Gesamtkunstwerk' laveert.
-- Erik Tonen BooksProfessionele verkoper
Boeknummer: 52519
€  24.99
Trefwoorden: paint schilders

 Luc Vints, Kongo made in Belgium : Beeld van een kolonie in film en propaganda
Luc Vints
Kongo made in Belgium : Beeld van een kolonie in film en propaganda
KRITAK 1984, 1984 Paperback, 116 pagina's, Nederlands, 210 x 210 mm, met foto's in z/w,. ISBN 9789063031213.
¶ De Negers ?? Met verbazing en verwondering reageert een vriend als ik hem wijs op een boeiende t.v.-serie over Afrika. Basil Davidson toont er op een overtuigende manier aan hoe rijk dat zwarte continent wel is. Neen, niet rijk aan grondstoffen en andere produkten waarvan het blanke Noorden kan profiteren, maar rijk aan een verleden, aan een eigen geschiedenis, die heel wat ouder is dan de blanke aanwezigheid in Afrika. In het Egyptisch museum in Kairo kan men niet weinig tekens vinden van de invloed van de negers aan de hoven van de farao's, waarvan er verscheidene een zwarte huidskleur hebben. Rotstekeningen uit het zesde tot het tweede millennium voor Christus die men op verscheidene plaatsen in de Sahara en ook meer naar het zuiden heeft teruggevonden, laten een rijke veeteelt en akkerbouw, strijdwagens en ploegen vermoeden. De overblijfselen van het koninkrijk Koesj in het huidige Soedan wijzen op een hoge beschaving. De hoofdstad Meroë is vanaf de zesde eeuw voor Christus een belangrijk centrum. Rond 50 na Christus begint de groei van het Aksomrijk in Ethiopië. Tussen 900 en 1500 ontstaan nieuwe staten en worden nieuwe handelsbetrekkingen aangeknoopt. Terwijl West-Europa in de late Middeleeuwen indommelt en ten gevolge van de Zwarte Dood en de Honderdjarige Oorlog een diepe crisis doormaakt, beleven de zwarte landen in West- en Midden-Afrika een grote bloei. De kleine staten en steden aan de oostkust beheersen de handel met het Verre Oosten. De stadsstaten zijn rijk en luxueus. Terwijl men in Europa de Ínhoud van de po's nog uit het raam kiept, kent men in Afrika beschavingen met een huiselijk en schoon sanitair. Vanaf 1500 ontstaan in het grootste deel van Zwart Afrika, zoals in Kongo, belangrijke politieke eenheden en sterk gecentraliseerde koninkrijken die zich langzaam, maar gestadig ontwikkelen en rond 1800 op politiek en cultureel gebied een aanzienlijke vooruitgang boeken. Op dat moment beheerst de slavenhandel de Afrikaanse geschiedenis en begint het Europese, blanke en ook Belgische imperialisme en kolonialisme.
-- Erik Tonen BooksProfessionele verkoper
Boeknummer: 56707
€  12.50

 
MAUPASSANT, GUY DE,
Sterk als de dood.
Bussum, Agathon, [1978]. 233 pp. Geb/stofomsl. Triomfen der vertelkunst. HB/dustj.
-- Antiquariaat VictoryProfessionele verkoper
Boeknummer: 17163
€  8.00

 
Maupassant, Guy De
Sterk Als De Dood
Agathon, No date. Druk: reprint. Binding: Hardcover. 233pp. 21 x 14, pictorial dustjacket by jan sanders. minor wear and tear (repaired with tape from inside) to the dustjacket, otherwise very good
-- Le Flaneur AmsterdamProfessionele verkoper
Boeknummer: 2758
€  9.00
Trefwoorden: nederlands0, novel

 
MAUPASSANT, GUY DE
Sterk als de dood
Agathon, Bussum, z.j. 1ste. Gebonden, hardcover, goeie stofomslag, 233 pp., vertaling Clara Eggink, omslag Jan Sanders, brievenbus. Net exemplaar.
-- KIEN BoekenProfessionele verkoper
Boeknummer: 33465
€  5.99
Catalogus: Literatuur Frans

 Morriën, Adriaan, OP bezoek bij Albert Vigoleis Thelen
Morriën, Adriaan
OP bezoek bij Albert Vigoleis Thelen
Amsterdam, XX Uitgevers, 2005. Paperback, gelijmd, 32 pp, 2e druk. "Albert Vigoleis Thelen (1903-I989) werd in de grensstreek met Duitsland geboren en studeerde ondermeer Nederlandse taal- en letterkunde en kunstgeschiedenis. Hij is voornamelijk bekend van zijn I000 pagina's tellende epos Die Insel des zweiten Gesicbts, dat onlangs in het Nederlands werd vertaald. Zelf zegt hij over het schrijven: 'De gedachte aan de dood kan mij in vervoe-ring brengen. Ik zou eigenlijk niet moeten bestaan evenmin als de hele wereld. De Schëpftingssunde voel ik zo sterk aan den lijve dat het bij mij tot een aanklacht tegen God wordt. Wat mij aan het schrijven in hoge mate verontrust is de maatschappelijke nasleep die het veroorzaakt: papier, zetten, drukken, binden .. Er komt een fotograaf om mij te vereeuwigen, een redacteur om mij te interviewen. Ik sta het liefst alleen. In mijn boek zeg ik ergens dat ik een ideale gevangenisbewoner of monnik zou zijn. Maar voor het eerste zou ik een misdaad aan de mensheid moeten begaan en voor het tweede een misdaad aan mijzelf.'". Mooi ongelezen exemplaar, naam op Franse pagina.
Boeknummer: 1953744
€  6.50

 Onder de leiding van Sophie Balace en Alexandra De Poorter, Tussen Hemel en Hel. Sterven in de middeleeuwen
Onder de leiding van Sophie Balace en Alexandra De Poorter
Tussen Hemel en Hel. Sterven in de middeleeuwen
Brussel, Mercatorfonds / Fonds Mercator,, 2010 Softcover, originele uitgeversomslag met flappen in kleur, 28 x 24 cm | 288 pp., geïllustreerd in kleur en z/w. ISBN 9789061539582.
¶ De dood: geen mens ontsnapt eraan, maar hoe we erover denken verschilt sterk naargelang van de plaats en de tijd waarin we leven. Vandaag betekent de dood voor tal van mensen het definitieve einde. Bovendien is hij in onze hedendaagse westerse samenleving zo goed als onzichtbaar. Dat was in de middeleeuwen wel anders. Toen was de dood overal aanwezig. In periodes van epidemieen, hongersnood of oorlog loerde hij zelfs om elke hoek.. Sterven gebeurde toen veel vaker thuis, in familiekring. Begraafplaatsen werden gebouwd rond de kerk, midden in het dorp. Voor de middeleeuwse mens betekende de dood ook niet het einde. Op de dag van het laatste oordeel zouden de doden uit hun graven opstaan en met een nieuw verheven lichaam hun plek in de eeuwigheid innemen: de goeden in de hemel; de slechten in de hel. De middelmatigen ? de meesten dus ? stond een tijdelijk verblijf op Dantes louteringsberg te wachten.
-- Erik Tonen BooksProfessionele verkoper
Boeknummer: 26676
€  40.00
Trefwoorden: ISNB 978 90 6153 958 2 dead . arcade

9789064459 Van Pee, Raymond., Ik was 20 in 1944: relaas uit Neuengamme en Blumenthal. *** MET OPDRACHT / GESIGNEERD **
Van Pee, Raymond.
Ik was 20 in 1944: relaas uit Neuengamme en Blumenthal. *** MET OPDRACHT / GESIGNEERD **
Antwerpen, EPO, 1995 Gebonden, Hardcover met stofomslag compleet. 240 pagina's, met afbeeldingen. ISBN 9064459177.
¶ De Vlaamse auteur beschrijft zijn bestaan als concentratiekampgevangene. Hij vergelijkt het schrijfproces van dit boek met '.. een lange gang, met links en rechts gesloten deuren, waarachter alle herinneringen weggeborgen zitten. Ik dacht die deurtjes langzaam te kunnen openen en zo beetje bij beetje alles terug op te schrijven.' Maar dit laatste lukte niet, telkens werd hij overrompeld door zijn herinneringen aan al die afschuwelijke momenten. Ook deze lezer werd sterk geraakt door dit beklemmende verhaal. Van Pée schrijft met een grote aandacht voor details. Het is zeer opmerkelijk, zoveel als de schrijver onthouden heeft. Hij geeft veel dialogen woordelijk weer en dat maakt het extra indringend. Daarmee is het verhaal echter een mengsel van fictie en non-fictie. Het accent ligt op het laatste oorlogsjaar. Van Pée heeft in het voorjaar van 1945 ook nog de ontberingen van een dodenmars mee moeten maken; met de geallieerden in aantocht werden de gevangenen gedwongen het kamp te verlaten en op mars te gaan. Voor duizenden betekende dat de dood. (Biblion recensie, Drs. J.M. de Jong.).
-- Erik Tonen BooksProfessionele verkoper
Boeknummer: 52861
€  19.50
Trefwoorden: 9789064459177

9789045202709 Petrus Dahlin 77209, Lars Johansson 77210, Shadow
Petrus Dahlin 77209, Lars Johansson 77210
Shadow
Karakter Uitgevers B.V. 2013. Hardback. Pp: 428. Buitengewoon enge voodoorituelen, spannende achtervolgingen - maar gelukkig ook een opbloeiende liefde - Shadow is een zenuwslopend spannende thriller voor (young)adults. Shadow is jong en op de vlucht, ze is haar leven niet meer zeker. Shadow komt uit West-Afrika en is voorbestemd om hoofd te worden van haar stam. Ze is op de vlucht voor de witchdoctor van een rivaliserende stam met wie haar eigen stam in een duizend jaar oud conflict is verwikkeld. De stammen bestoken elkaar met voodoo, spirituele magie en sinistere bezweringen. Tijdens haar vlucht is Shadow in Stockholm beland. Daar ontmoet ze Ruben en Miranda, twee aan online gamen verslaafde tieners. Miranda, maar vooral Ruben raakt gefascineerd en gecharmeerd door de mooie Shadow en haar intrigerende verhaal. Haar helpen lijkt hun een groot en edelmoedig avontuur, en tussen hen groeit een onverwachte maar hechte vriendschapsband. Wat zij niet kunnen vermoeden is dat zij daardoor verwikkeld raken in een eeuwenoude strijd waarbij de dood op de loer ligt. Als Miranda onder invloed raakt van de witchdoctor doordat hij haar bloed heeft afgenomen en zij daardoor in zijn macht is geraakt, kunnen Ruben en Shadow haar alleen redden door de deur naar de voodoowereld te openen, maar dat heeft grote gevolgen. Er is dan geen weg meer terug. Shadow is een boek over wraak, liefde en voodoo. En over vriendschap die zo sterk is dat je jezelf ervoor wilt opofferen. ISBN: 9789045202709. Cond./Kwaliteit: Goed.
-- De SlegteProfessionele verkoper
Boeknummer: 314736
€  8.00
Catalogus: Young adult
Trefwoorden: 9789045202709

 Ronald De Meyer, Mil De Kooning, Laurence Vanackere, Hedwig Speliers, Gert Van Conkelberge, Van Hulle, Peter Callebout 1916-1970. Luxe uitgave genummerd. 1/17ex.
Ronald De Meyer, Mil De Kooning, Laurence Vanackere, Hedwig Speliers, Gert Van Conkelberge, Van Hulle
Peter Callebout 1916-1970. Luxe uitgave genummerd. 1/17ex.
Mechelen, aa50 / Vlees & beton, 1998 Hardcover in rood linnen band met opdruk, 164 pages, illustraties z/w, Vlees en beton. - Damme; vol. 35- 36 / NL Edition. ***** GENUMMERDE OPLAGE van 17 exemplaren; dit is nummer 11. ISBN 9090113452.
¶ Peter Callebout studeert in 1937 af aan de Academie voor Schone Kunsten te Brugge en gaat als autodidact in de leer in het atelier van zijn vader, architect Ernest Callebout, met wie hij van 1934 tot 1952 samenwerkt. In 1939 wordt Callebout na het afleggen van examens geregistreerd als architect. Callebout vertegenwoordigt België op het laatste CIAM-congres in Otterlo (Nederland) in 1959 en maakt in 1957 en 1960 deel uit van de jury van de Prijs van Rome. Hij gaat van 1960 tot 1962 een vennootschap aan met zijn leerling Fernand Sohier in 'Atelier CS', van 1967 tot 1970 is hij, als hoofd van een ontwerpatelier en docent constructie, verbonden aan de architectuurschool van La Cambre. Hij was lid van verschillende beroepsverenigingen, onder meer de Belgische Union of Designers en de Londense Architectural Association. Vanaf 1967 werkt hij samen met zijn voormalige stagiair Paul Viérin. In 1969 verhuist Callebout naar Brussel, na zijn dood in 1970 worden onafgewerkte projecten verdergezet door onder meer architecten Willy Van Der Meeren, Joël Claisse en Paul Viérin. Filosofie, vormgeving, materiaalkeuze, interactie omgeving Callebout wordt door zijn tijdsgenoten beschreven als een dandy. Hij zag architectuur niet als een broodwinning maar als een creatieve levenswijze, waarbij hij enkel inging op interessante opdrachten. Essentieel daarbij was een nauwe relatie tussen architect, bouwheer en aannemer. Zijn bouwwijze wordt getypeerd door 'eenvoud', 'discretie' en 'raffinement'. De woningen vallen op door de nauwe verwevenheid van architectuur en landschap en een traditioneel materiaalgebruik met streekeigen materialen (hout, glas en baksteen). Het respect van de architect voor de omgeving en het streven naar integratie van het gebouw in het omringende landschap komt vooral tot uiting in zijn realisaties in de duinenverkaveling te Nieuwpoort-Bad. Callebouts oeuvre vat zich samen in rationele en streekeigen architectuur met uitgepuurde binnenruimten. Zijn ontwerpen kennen een belangrijke dialoog interieur-exterieur: de gevel als een gestileerde vertolking van de inwendige planopdeling, die op haar beurt inspeelt op de toevalligheden van de site. Plattegronden worden herleid tot een minimale compositie van lijnen, die in eerste instantie een maximaal ruimtegevoel uitdrukken. Naast het Mies van der Rohe adagium 'less is more' zijn in Callebouts oeuvre invloeden van Wrights organische architectuur en de traditionele Japanse en naoorlogse Scandinavische architectuur te onderscheiden. Tevens vallen gelijkenissen op met de Internationale Stijl, met o.m. architecten Marcel Breuer, en Richard Neutra. Callebout liet zelf geen schriftelijke bronnen over zijn architecturale opvattingen na. Wel publiceerde het tijdschrift "Plan" in 1964 een discussie met architecten Van der Meeren, Braem, en andere over de zin van architectuur, waarbij Callebout stelt: "Heeft architectuur nog zin?" en "Mijns inziens moet architectuur verdwijnen eer er weer van architectuur sprake kan zijn". Oeuvre Callebout liet een klein maar kwalitatief oeuvre na, bestaande uit een bescheiden aantal eengezinswoningen over heel België, voornamelijk geconcentreerd in West-Vlaanderen. Voor een Belgische opdrachtgever ontwierp hij zelfs een vakantiewoning in de Provence. Het zijn kwalitatieve ontwerpen met een tijdloos karakter in hun eenvoud van compositie en materiaalgebruik. Zijn eerste persoonlijke werk is de woning van kunstenares Yvonne Gérard in Namen (ontwerp 1949, uitvoering 1951), waar al de toon voor zijn later werk naar voor komt: gebruik van streekeigen materialen in een kwalitatief sober eigentijds ontwerp. In de periode 1955-1957 ontwerpt hij drie bel-étage woningen: woning Grauwels te Oostende (in samenwerking met R. Meyer), woning Pintelon te Oostende, woning Pauwels te Blankenberge (afgebroken). Voor deze laatste ontvangt hij de 'Speciale Prijs voor een bescheiden woning' in de wedstrijd van het Nationaal Houtvoorlichtingsbureau (1955). In Nieuwpoort tekent Callebout voor de Société Immobilière et Mobilière du Littoral (SIMLI) in 1955 het verkavelingsplan voor een villapark in de duinen, een organische aanpak die rekening houdt met het duinenreliëf, maar die door de SIMLI echter niet wordt gevolgd. Callebout kan bij de projectontwikkelaar wel een zone voor 'moderne architectuur' afdwingen. Zijn utopie was een plaats te creëren waar nationale en internationale vermaarde architecten konden experimenteren. In de periode 1955-1968 ontwerpt hij verscheidene perfect in de omgeving geïntegreerde villa's en bungalows, waaronder een dubbele woning voor E. De Saedeleer (1955-1957), zijn eigen woning (1956) en vakantiewoning Six (1959). Deze huizen behoren tot zijn belangrijkste verwezenlijkingen, gekenmerkt door de nauwe verwevenheid van architectuur en landschap en het aanwenden van streekeigen materialen (hout, glas en baksteen) in grote platte en effen vlakken. Reeds op het einde van de jaren 1960 krijgt de wijk een voorbeeldstatus en wordt in binnen- en buitenlandse tijdschriften beschreven als een van de enige kwalitatieve verwezenlijkingen aan de Belgische kust. Meuris schrijft bij een artikel naar aanleiding van Callebouts dood over een bedevaartsoord voor jonge architecten: ".. qui imposa le pélérinage de Nieuport à de jeunes architectes". Architectuurkenner Bekaert stelt al in 1971 dat moderne Belgische architectuur uit de jaren 1950 gekenmerkt wordt door middelmatigheid en daartegen het werk van architecten als Callebout, Brodzki, Jacqmain afsteekt: "een verademing in vele opzichten betekent de vakantiewoonwijk die P. Callebout voor zichzelf en enkele vrienden te Nieuwpoort bouwde".. "vormt temidden van de krampachtige gezochtheid en de geestelijke bloedarmoede, een bijzonder verdienstelijk geheel". Typisch voor jaren 1950 is de interesse voor modules en dragende skeletconstructies. Callebout had een voorliefde voor hout en was sterk geïnteresseerd in industrialisatie, mechanisatie, automatisatie en rationalisering van het ontwerp- en bouwproces. Hij was ook geïnteresseerd in zuiniger grondstoffengebruik en de technische mogelijkheden van het hout voor toepassing in de bouw. Zo ontwikkelt hij prototypes voor houten prefab woningen die in 1956 en 1961 op het Internationaal Houtsalon van de Gentse Jaarbeurs worden voorgesteld. Samen met bevriend kunstenaar Marc Mendelson verzorgt Callebout de inrichting van paleis 2 op Expo 58, ter ondersteuning van de kunsttentoonstelling "50 ans d'art moderne". Zijn samenwerking met Fernand Sohier in 'Atelier CS' levert tweemaal een eerste vermelding op in de Prijs van het Nationaal Instituut voor Huisvesting: in 1962 voor de woning Lefèvre te Sint-Kruis-Brugge (1961), in 1963 voor de volledig in hout opgetrokken vakantiewoning Van Hoorebeke op de Zeedijk te Zeebrugge (1962). Beiden tellen als zeldzame voorbeelden van skeletbouwconstructies in privéwoningen. Callebouts laatste grote werk was het Centrum voor Kunst en Kunstambachten Valerius De Saedeleer te Etikhove (1968-1970), een tentoonstellingsruimte met werkstudio die echter in 1975 wordt verbouwd tot woning.
-- Erik Tonen BooksProfessionele verkoper
Boeknummer: 57907
€  525.00
Trefwoorden: Schilderkunst paint schilder Beaux Arts Sciences antique antiek deco beeldhouwkunst beelden sculpturen & schilderen Fotografie Art Histoire patrimoine Nouveautés art arts plastiques culture histoire livre siècle Artiste peintre photo fotografie lifestyle

 Ronald De Meyer, Mil De Kooning, Laurence Vanackere, Hedwig Speliers, Gert Van Conkelberge, Van Hulle, Peter Callebout 1916-1970.
Ronald De Meyer, Mil De Kooning, Laurence Vanackere, Hedwig Speliers, Gert Van Conkelberge, Van Hulle
Peter Callebout 1916-1970.
Mechelen, aa50 / Vlees & beton, 1998 softcover, 164 pages, illustraties z/w, NL edition. Vlees en beton. -vol. 35- 36. ISBN 9090113452.
¶ Peter Callebout studeert in 1937 af aan de Academie voor Schone Kunsten te Brugge en gaat als autodidact in de leer in het atelier van zijn vader, architect Ernest Callebout, met wie hij van 1934 tot 1952 samenwerkt. In 1939 wordt Callebout na het afleggen van examens geregistreerd als architect. Callebout vertegenwoordigt België op het laatste CIAM-congres in Otterlo (Nederland) in 1959 en maakt in 1957 en 1960 deel uit van de jury van de Prijs van Rome. Hij gaat van 1960 tot 1962 een vennootschap aan met zijn leerling Fernand Sohier in 'Atelier CS', van 1967 tot 1970 is hij, als hoofd van een ontwerpatelier en docent constructie, verbonden aan de architectuurschool van La Cambre. Hij was lid van verschillende beroepsverenigingen, onder meer de Belgische Union of Designers en de Londense Architectural Association. Vanaf 1967 werkt hij samen met zijn voormalige stagiair Paul Viérin. In 1969 verhuist Callebout naar Brussel, na zijn dood in 1970 worden onafgewerkte projecten verdergezet door onder meer architecten Willy Van Der Meeren, Joël Claisse en Paul Viérin. Filosofie, vormgeving, materiaalkeuze, interactie omgeving Callebout wordt door zijn tijdsgenoten beschreven als een dandy. Hij zag architectuur niet als een broodwinning maar als een creatieve levenswijze, waarbij hij enkel inging op interessante opdrachten. Essentieel daarbij was een nauwe relatie tussen architect, bouwheer en aannemer. Zijn bouwwijze wordt getypeerd door 'eenvoud', 'discretie' en 'raffinement'. De woningen vallen op door de nauwe verwevenheid van architectuur en landschap en een traditioneel materiaalgebruik met streekeigen materialen (hout, glas en baksteen). Het respect van de architect voor de omgeving en het streven naar integratie van het gebouw in het omringende landschap komt vooral tot uiting in zijn realisaties in de duinenverkaveling te Nieuwpoort-Bad. Callebouts oeuvre vat zich samen in rationele en streekeigen architectuur met uitgepuurde binnenruimten. Zijn ontwerpen kennen een belangrijke dialoog interieur-exterieur: de gevel als een gestileerde vertolking van de inwendige planopdeling, die op haar beurt inspeelt op de toevalligheden van de site. Plattegronden worden herleid tot een minimale compositie van lijnen, die in eerste instantie een maximaal ruimtegevoel uitdrukken. Naast het Mies van der Rohe adagium 'less is more' zijn in Callebouts oeuvre invloeden van Wrights organische architectuur en de traditionele Japanse en naoorlogse Scandinavische architectuur te onderscheiden. Tevens vallen gelijkenissen op met de Internationale Stijl, met o.m. architecten Marcel Breuer, en Richard Neutra. Callebout liet zelf geen schriftelijke bronnen over zijn architecturale opvattingen na. Wel publiceerde het tijdschrift "Plan" in 1964 een discussie met architecten Van der Meeren, Braem, en andere over de zin van architectuur, waarbij Callebout stelt: "Heeft architectuur nog zin?" en "Mijns inziens moet architectuur verdwijnen eer er weer van architectuur sprake kan zijn". Oeuvre Callebout liet een klein maar kwalitatief oeuvre na, bestaande uit een bescheiden aantal eengezinswoningen over heel België, voornamelijk geconcentreerd in West-Vlaanderen. Voor een Belgische opdrachtgever ontwierp hij zelfs een vakantiewoning in de Provence. Het zijn kwalitatieve ontwerpen met een tijdloos karakter in hun eenvoud van compositie en materiaalgebruik. Zijn eerste persoonlijke werk is de woning van kunstenares Yvonne Gérard in Namen (ontwerp 1949, uitvoering 1951), waar al de toon voor zijn later werk naar voor komt: gebruik van streekeigen materialen in een kwalitatief sober eigentijds ontwerp. In de periode 1955-1957 ontwerpt hij drie bel-étage woningen: woning Grauwels te Oostende (in samenwerking met R. Meyer), woning Pintelon te Oostende, woning Pauwels te Blankenberge (afgebroken). Voor deze laatste ontvangt hij de 'Speciale Prijs voor een bescheiden woning' in de wedstrijd van het Nationaal Houtvoorlichtingsbureau (1955). In Nieuwpoort tekent Callebout voor de Société Immobilière et Mobilière du Littoral (SIMLI) in 1955 het verkavelingsplan voor een villapark in de duinen, een organische aanpak die rekening houdt met het duinenreliëf, maar die door de SIMLI echter niet wordt gevolgd. Callebout kan bij de projectontwikkelaar wel een zone voor 'moderne architectuur' afdwingen. Zijn utopie was een plaats te creëren waar nationale en internationale vermaarde architecten konden experimenteren. In de periode 1955-1968 ontwerpt hij verscheidene perfect in de omgeving geïntegreerde villa's en bungalows, waaronder een dubbele woning voor E. De Saedeleer (1955-1957), zijn eigen woning (1956) en vakantiewoning Six (1959). Deze huizen behoren tot zijn belangrijkste verwezenlijkingen, gekenmerkt door de nauwe verwevenheid van architectuur en landschap en het aanwenden van streekeigen materialen (hout, glas en baksteen) in grote platte en effen vlakken. Reeds op het einde van de jaren 1960 krijgt de wijk een voorbeeldstatus en wordt in binnen- en buitenlandse tijdschriften beschreven als een van de enige kwalitatieve verwezenlijkingen aan de Belgische kust. Meuris schrijft bij een artikel naar aanleiding van Callebouts dood over een bedevaartsoord voor jonge architecten: ".. qui imposa le pélérinage de Nieuport à de jeunes architectes". Architectuurkenner Bekaert stelt al in 1971 dat moderne Belgische architectuur uit de jaren 1950 gekenmerkt wordt door middelmatigheid en daartegen het werk van architecten als Callebout, Brodzki, Jacqmain afsteekt: "een verademing in vele opzichten betekent de vakantiewoonwijk die P. Callebout voor zichzelf en enkele vrienden te Nieuwpoort bouwde".. "vormt temidden van de krampachtige gezochtheid en de geestelijke bloedarmoede, een bijzonder verdienstelijk geheel". Typisch voor jaren 1950 is de interesse voor modules en dragende skeletconstructies. Callebout had een voorliefde voor hout en was sterk geïnteresseerd in industrialisatie, mechanisatie, automatisatie en rationalisering van het ontwerp- en bouwproces. Hij was ook geïnteresseerd in zuiniger grondstoffengebruik en de technische mogelijkheden van het hout voor toepassing in de bouw. Zo ontwikkelt hij prototypes voor houten prefab woningen die in 1956 en 1961 op het Internationaal Houtsalon van de Gentse Jaarbeurs worden voorgesteld. Samen met bevriend kunstenaar Marc Mendelson verzorgt Callebout de inrichting van paleis 2 op Expo 58, ter ondersteuning van de kunsttentoonstelling "50 ans d'art moderne". Zijn samenwerking met Fernand Sohier in 'Atelier CS' levert tweemaal een eerste vermelding op in de Prijs van het Nationaal Instituut voor Huisvesting: in 1962 voor de woning Lefèvre te Sint-Kruis-Brugge (1961), in 1963 voor de volledig in hout opgetrokken vakantiewoning Van Hoorebeke op de Zeedijk te Zeebrugge (1962). Beiden tellen als zeldzame voorbeelden van skeletbouwconstructies in privéwoningen. Callebouts laatste grote werk was het Centrum voor Kunst en Kunstambachten Valerius De Saedeleer te Etikhove (1968-1970), een tentoonstellingsruimte met werkstudio die echter in 1975 wordt verbouwd tot woning.
-- Erik Tonen BooksProfessionele verkoper
Boeknummer: 57906
€  325.00
Trefwoorden: Schilderkunst paint schilder Beaux Arts Sciences antique antiek deco beeldhouwkunst beelden sculpturen & schilderen Fotografie Art Histoire patrimoine Nouveautés art arts plastiques culture histoire livre siècle Artiste peintre photo fotografie lifestyle

9789078720027 Mark J. Ruyffelaert, Nocturne
Mark J. Ruyffelaert
Nocturne
Verschijnsel vzw. Hardback. Pp: 264. Doodsdromen in de traditie van Jean Ray.De verhalen van deze Gentse grootmeester tonen dat literaire verbeelding in Gent wederom een hoogtepunt bereikt. Droombezoeken aan een dodenstad, een oosterse geliefde, een gewilde apenschedel, een medische Faust, gastromische gevaren, een rattenkoning. 'Als men Ruyffelaert leest kan men er niet onderuit voortdurend aan Jean Ray te denken. Alleen: Ruyffelaert gaat verder dan Jean Ray.' (Het Volk)'Zijn belangstelling voor het overlijden is symptomatisch voor zijn hoge beschavingsgraad. Je merkt bij hem altijd een enorme culturele achtergrond en de vrucht van een degelijke documentatie over het thema van het verhaal. Al beperkt hij zich sterk tot het thema "dood", toch schrijft hij heel afwisselende verhalen. Elk verhaal biedt je als het ware toegang tot een wereld.' (Peter Motte in De Tijdlijn). ISBN: 9789078720027. Cond./Kwaliteit: Goed.
-- De SlegteProfessionele verkoper
Boeknummer: 3140099
€  12.00
Catalogus: Literatuur
Trefwoorden: 9789078720027

 M. Sachs, Heksensabbat. Verslag van een ondraagelijk leven
M. Sachs
Heksensabbat. Verslag van een ondraagelijk leven
1967. Paperback. Over leven en dood van Maurice Sachs zijn nu al jaren de meest fantastische legenden en geruchten in omloop. In ons land nam de belangstelling voor de figuur van Sachs sterk toe na het verschijnen van De Bastaard van Violette Leduc, waarin Sachs voorkomt als middelpunt en motor van een aantal schandalen. Privé-domein Nr. 7. Cond./Kwaliteit: Redelijk.
-- De SlegteProfessionele verkoper
Boeknummer: 1427042
€  12.50
Catalogus: Over literatuur

Vorige pag. | Pagina's: 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | - Volgende pag.