Author: Boddaert, Jan.
Title: Jan De Boever goddelijke hoeren. / Putains Divines.
Description: Gent, private edition, 2020 Gebonden boek van 112 bladzijden, harde kaft / Relie, volledig in kleurendruk; 27X20CM Texte en Francais / Nederlands. ¶ Boek ter gelegenheid van een tentoonstelling; De Gentse schilder Jan Frans De Boever, geboren in 1872, studeerde aan de Gentse Academie onder Louis Tytgadt, wiens nichtje hij huwde. Tytgadt introduceerde hem in de kringen van adel en hogere burgerij, en hij werd een gevierd kunstenaar op de officiële Salons. Rond 1909 veranderde hij plotseling zijn stijl, en hij begon wulpse vrouwen en prostituees te schilderen in morbide context. Skeletten, dood en erotiek overspoelden zijn oeuvre. De vrouw werd er in voorgesteld als de rechterhand van de duivel, zijn discipel die werd uitgestuurd om het Rijk van het Kwade te vestigen; de man werd de willoze speelbal van haar grillen. Eens hij zijn eigen stijl gevonden had, een persoonlijke vorm van symbolisme, bleef hij deze stijl koppig volhouden. Literatuur, muziek en mythologie vormden zijn voornaamste inspiratiebron. Tussen 1914 en 1924 illustreerde hij Baudelaires "Les Fleurs du mal" voor de Gentse verzamelaar en mecenas Léon Speltinckx met 157 gouaches; deze gouaches worden soms als zijn opus magnum beschouwd. De Boever boekte succes met zijn werk tot 1935, toen hij ook de gevolgen van de financiële crisis begon te voelen; niettemin bleef hij eigenzinnig verder schilderen in dezelfde stijl tot aan zijn dood in 1949. Le peintre Jean François De Boever naquit à Gand en 1872. Il suivit les cours à l'Académie Royale des Beaux-Arts de sa ville natale sous la direction de Louis Tytgadt, dont plus tard il épousa la nièce. Il fut introduit par Tytgadt dans le milieu de la haute bourgeoisie et de la noblesse; ainsi il devint vite un portraitiste respecté et une valeur sûre aux Salons officiels de Gand, Anvers, Bruxelles et Liège. Soudainement, en 1909, il modifia complètement son style. Il commença à peindre des femmes lascives évoluant dans un décor morbide. Ses tableaux seront submergés de squelettes et d'un érotisme sans bornes. Des femmes quasiment nues étaient représentées comme servantes du diable, des esclaves qui devaient établir son royaume sur terre. A ses yeux, l'homme devenait un jouet flasque, contraint à se soumettre à ses moindres caprices. En 1914, il commença, à la demande de son mécène Speltinckx, l'illustration du recueil de poésies "Les Fleurs du mal" de Charles Baudelaire. En 1924 seulement, la série de 157 gouaches sera complète; on considère parfois ces illustrations comme le chef-d'?uvre de De Boever. Dès qu'il eût trouvé son propre style, c'est-à-dire un genre de symbolisme particulier, il refusa toute évolution. Littérature, musique et mythologie seront les sources de son inspiration artistique. Son art semblait destiné au succès jusqu'en 1935, lorsque l'effet de la crise financière finit par toucher sa clientèle. Il baissa fortement le prix de ses tableaux, mais en vain. Pourtant ceci ne l'empêche pas de continuer à peindre à sa façon et dans le même genre, jusqu'à son décès en 1949.

Keywords: peint Schilderkunst paint Beaux Arts Sciences antique antiek deco beeldhouwkunst beelden sculpturen & Architecture Fotografie Histoire patrimoine Nouveautés arts plastiques culture histoire livre siècle Artiste photo fotografie architectuur lifestyle


See more books from our catalog: Belgische kunst na 1830 ; Belgium art after 1830 ; Belgium art after 1830 ; Belgium art after 1830